“De VS heeft zichzelf gevestigd als de doodsvijand van iedere volksregering, van iedere wetenschappelijk-socialistische mobilisatie van het bewustzijn overal ter wereld, van iedere anti-imperialistische activiteit op aarde.”
- George Jackson
Een van de fundamentele mythen van de hedendaagse West-Europese en Amerikaanse wereld is dat het fascisme in de Tweede Wereldoorlog werd verslagen door liberale democratieën, en in het bijzonder door de Verenigde Staten. Met de daaropvolgende processen van Neurenberg en de geduldige opbouw van een liberale wereldorde werd met vallen en opstaan en met de constante dreiging van achteruitgang een bolwerk opgericht tegen het fascisme en zijn kwaadaardige tweelingbroer in het Oosten. De Amerikaanse cultuurindustrie heeft dit verhaal ad nauseum gerepeteerd, het gebrouwen tot een suikerzoete ideologische Kool-Aid en het in elk huishouden, hut en straathoek met een TV of smartphone gepijpt, onvermoeibaar het opperste kwaad van het nazisme tegenover de vrijheid en welvaart van de liberale democratie stellend.
Het materiaal suggereert echter dat dit verhaal eigenlijk gebaseerd is op een vals antagonisme en dat er een paradigma verschuiving nodig is om de geschiedenis van het feitelijk bestaande liberalisme en fascisme te begrijpen. Het laatste werd, zoals we zullen zien, niet uitgeroeid aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, maar kreeg een nieuwe bestemming, of beter gezegd, werd opnieuw ingezet, om zijn primaire historische functie te vervullen: het vernietigen van het goddeloze communisme en zijn bedreiging voor de kapitalistische beschavingsmissie. Omdat de koloniale projecten van Hitler en Mussolini zo brutaal en grillig waren geworden, omdat ze zich niet langer min of meer aan de liberale spelregels hielden, maar deze openlijk braken en vervolgens amok maakten, begreep men dat de beste manier om de fascistische internationale op te bouwen was om dit onder liberale dekmantel te doen, dat wil zeggen via clandestiene operaties die een liberale façade ophielden. Hoewel dit waarschijnlijk klinkt als hyperbool voor diegenen wier begrip van de geschiedenis is gevormd door de burgerlijke sociale wetenschap, die zich bijna uitsluitend richt op de zichtbare overheid en de eerder genoemde liberale dekmantel, suggereert de geschiedenis van de onzichtbare overheid van het nationale veiligheidsapparaat dat het fascisme, verre van verslagen te zijn in WOII, succesvol geïnternationaliseerd werd.
De architecten van de fascistische internationale
Toen de Verenigde Staten de Tweede Wereldoorlog ingingen, betreurde het toekomstige hoofd van de CIA, Allen Dulles, dat zijn land tegen de verkeerde vijand vocht. De nazi’s, zo legde hij uit, waren pro-kapitalistische Arische christenen, terwijl de ware vijand het goddeloze communisme en zijn resolute antikapitalisme was. Per slot van rekening had de VS slechts zo’n 20 jaar eerder deelgenomen aan een massale militaire interventie in de U.S.S.R., toen veertien kapitalistische landen probeerden – in de woorden van Winston Churchill [1]– “de bolsjewistische baby in zijn wieg te wurgen”. Dulles begreep, net als veel van zijn collega’s in de Amerikaanse regering, dat wat later bekend zou worden als de Koude Oorlog eigenlijk de oude oorlog was, zoals Michael Parenti overtuigend heeft betoogd [2]: de oorlog die ze al sinds het begin voerden tegen het communisme.
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog zocht generaal Karl Wolff, voorheen de rechterhand van Himmler, Allen Dulles op in Zürich, waar hij werkte voor het Office of Strategic Services, de voorloper van de CIA. Wolff wist dat de oorlog verloren was en hij wilde voorkomen dat hij voor het gerecht gebracht zou worden. Dulles van zijn kant wilde dat de Nazi’s in Italië onder Wolffs bevel de wapens tegen de geallieerden zouden neerleggen en de Amerikanen zouden helpen in hun strijd tegen het communisme. Wolff, die de hoogste SS-officier was die de oorlog overleefde, bood Dulles aan om met zijn Nazi-team een inlichtingennetwerk tegen Stalin te ontwikkelen. Er werd overeengekomen dat de generaal die een centrale rol had gespeeld in het toezicht houden op de genocidale machine van de Nazi’s, en die zijn “speciale vreugde” [3] uitte toen hij goederentreinen beveiligde om 5000 Joden per dag naar Treblinka te sturen, beschermd zou worden door de toekomstige directeur van de CIA, die hem hielp de Neurenberg processen te vermijden.
Wolff was bij lange na niet de enige hoge Nazi-functionaris die door de OSS-CIA werd beschermd en gerehabiliteerd. Het geval van Reinhard Gehlen is bijzonder veelzeggend. Deze generaal in het Derde Rijk had de leiding gehad over Fremde Heere Ost, de inlichtingendienst van de Nazi’s gericht tegen de Sovjets. Na de oorlog werd hij gerekruteerd door de OSS-CIA en ontmoette hij alle belangrijke architecten van de naoorlogse Nationale Veiligheidsstaat: Allen Dulles, William Donovan, Frank Wisner, president Truman. Vervolgens werd hij aangesteld als hoofd van de eerste Duitse inlichtingendienst na de oorlog en nam hij veel van zijn nazi-collaborateurs in dienst. De Gehlen Organisatie, zoals deze bekend stond, zou de kern worden van de Duitse inlichtingendienst. Het is onduidelijk hoeveel oorlogsmisdadigers deze gedecoreerde Nazi inhuurde, maar Eric Lichtblau schat [4] dat ongeveer vierduizend Nazi-agenten werden geïntegreerd in het netwerk dat onder toezicht stond van de Amerikaanse spionagedienst. Met een jaarlijkse financiering van een half miljoen dollar van de CIA in de eerste jaren na de oorlog, konden Gehlen en zijn sterke mannen ongestraft hun gang gaan. Yvonnick Denoël legde [5] deze ommekeer met opmerkelijke helderheid uit: “Het is moeilijk te begrijpen dat het leger en de Amerikaanse inlichtingendiensten al in 1945 zonder scrupules voormalige nazimisdadigers rekruteerden. De vergelijking was toen echter heel eenvoudig: de Verenigde Staten hadden net de nazi’s verslagen met de hulp van de Sovjets. Van nu af aan waren ze van plan om de Sovjets te verslaan met de hulp van voormalige nazi’s.”
De situatie was vergelijkbaar in Italië omdat Dulles’ overeenkomst met Wolff deel uitmaakte van een grotere onderneming, Operatie Sunrise genaamd, die nazi’s en fascisten mobiliseerde om de Tweede Wereldoorlog in Italië te beëindigen (en de Derde Wereldoorlog over de hele wereld te beginnen). Dulles werkte nauw samen met James Angleton, de toekomstige chef contraspionage van het agentschap, die toen door de OSS in Italië was gestationeerd. Deze twee mannen, die twee van de machtigste politieke actoren van de twintigste eeuw zouden worden, lieten zien waartoe ze in staat waren in deze nauwe samenwerking tussen de Amerikaanse inlichtingendiensten, de nazi’s en de fascisten. Angleton rekruteerde fascisten om de oorlog in Italië te beëindigen en zo de macht van de communisten te minimaliseren. Valerio Borghese was een van zijn belangrijkste contacten omdat deze hardline fascist in Mussolini’s regime bereid was om de Amerikanen te dienen in de anticommunistische strijd en hij werd een van de internationale boegbeelden voor het naoorlogse fascisme. Angleton had hem rechtstreeks uit de handen van de communisten gered en de man die bekend stond als de Zwarte Prins kreeg de kans om de oorlog tegen radicaal links voort te zetten onder een nieuwe baas: de CIA.
Toen de oorlog eenmaal voorbij was, zorgden hoge ambtenaren van de Amerikaanse inlichtingendiensten, waaronder Dulles, Wisner en Carmel Offie, ervoor dat denazificatie slechts een beperkte reikwijdte had, aldus Frédéric Charpier [6]: “Generaals, hoge ambtenaren, politieagenten, industriëlen, advocaten, economen, diplomaten, geleerden en echte oorlogsmisdadigers werden gespaard en teruggeplaatst op hun posities.” De man die de leiding had over het Marshallplan in Duitsland was bijvoorbeeld een voormalig adviseur van Hermann Göring, de opperbevelhebber van de Luftwaffe (luchtmacht). Dulles stelde een lijst op van hoge functionarissen van de Nazi staat die beschermd moesten worden en doorgegeven als tegenstanders van Hitler. De OSS-CIA ging verder met de wederopbouw van de administratieve staten in Duitsland en Italië met hun anticommunistische bondgenoten.
Eric Lichtblau schat [7] dat meer dan 10.000 Nazi’s in staat waren om naar de Verenigde Staten te emigreren in de naoorlogse periode (tenminste 700 officiële leden van de Nazipartij waren toegelaten in de V.S. in de jaren 1930, terwijl Joodse vluchtelingen werden geweigerd) [8]. Naast een paar honderd Duitse spionnen en duizenden SS-ers, bracht Operatie Paperclip [9], die begon in mei 1945, minstens 1600 Nazi-wetenschappers met hun families naar de VS. Deze onderneming was bedoeld om de grote geesten van de Nazi oorlogsmachine terug te krijgen en hun onderzoek naar raketten, luchtvaart, biologische en chemische wapens, enzovoort, in dienst te stellen van het Amerikaanse imperium. De Joint Intelligence Objectives Agency werd speciaal opgericht om Nazi’s te rekruteren en voor hen posities te vinden in onderzoekscentra, de regering, het leger, de inlichtingendiensten of universiteiten (minstens 14 universiteiten namen deel, waaronder Cornell, Yale en MIT).
Hoewel het programma officieel fervente Nazi’s uitsloot, tenminste in het begin, stond het in feite de immigratie toe van chemici van IG Farben (die de dodelijke gassen hadden geleverd die werden gebruikt bij massale vernietigingen), wetenschappers die slaven in concentratiekampen hadden gebruikt om wapens te maken en artsen die hadden deelgenomen aan afschuwelijke experimenten op Joden, Roma, communisten, homoseksuelen en andere krijgsgevangenen. Deze wetenschappers, die door een ambtenaar van Buitenlandse Zaken die tegen Paperclip was, werden omschreven als “Hitler’s engelen des doods”, werden met open armen ontvangen in het land van de vrijen. Ze kregen een comfortabel onderkomen, een laboratorium met assistenten en de belofte van staatsburgerschap als hun werk vruchten zou afwerpen. Ze deden onderzoek dat gebruikt werd bij de productie van ballistische raketten, clusterbommen met sarin gas en de bewapening van de builenpest.
De CIA werkte ook samen met MI6 om geheime anti-communistische legers op te zetten in elk land in West-Europa. Onder het voorwendsel van een mogelijke invasie door het Rode Leger was het de bedoeling om illegale achterblijvers [10] te trainen en uit te rusten, die achter de vijandelijke linies zouden blijven als de Russen naar het westen trokken. Ze zouden dus geactiveerd worden in het nieuw bezette gebied en belast worden met missies zoals exfiltratie, spionage, sabotage, propaganda, subversie en gevecht. De twee agentschappen werkten samen met de NAVO en de inlichtingendiensten van veel West-Europese landen om deze enorme sub-rosa organisatie op te bouwen, talloze wapen- en munitieopslagplaatsen te bouwen en hun soldaten van de schaduwen uit te rusten met alles wat ze nodig hadden. Hiervoor rekruteerden ze nazi’s, fascisten, collaborateurs en andere anticommunistische leden van extreem-rechts. De aantallen variëren per land, maar worden geschat tussen enkele tientallen en enkele honderden, of zelfs enkele duizenden, per land. Volgens een verslag van het televisieprogramma Retour aux sources [11] waren er 50 stay-behind netwerkeenheden in Noorwegen, 150 in Duitsland, meer dan 600 in Italië en 3.000 in Frankrijk.
Deze getrainde militanten zouden later gemobiliseerd worden om terroristische aanslagen tegen de burgerbevolking te plegen of te coördineren, die dan in de schoenen van de communisten werden geschoven om ‘ordehandhaving’ te rechtvaardigen. Volgens de officiële cijfers in Italië, waar deze strategie van spanning bijzonder intens was, waren er tussen 1969 en 1987 14.591 politiek gemotiveerde gewelddaden, waarbij 491 mensen omkwamen en 181 gewond raakten. Vincenzo Vinciguerra, een lid van de extreem-rechtse groep Ordine Nuovo en de dader van de bomaanslag in de buurt van Peteano in 1972, legde uit [10] dat de fascistische “Avanguardia Nazionale, net als Ordine Nuovo, gemobiliseerd werden in de strijd als onderdeel van een anticommunistische strategie die niet afkomstig was van organisaties die afweken van de machtsinstellingen, maar van de staat zelf, en specifiek vanuit de sfeer van de relaties van de staat binnen het Atlantisch Bondgenootschap.” Een Italiaanse parlementaire commissie die een onderzoek deed naar de achtergebleven legers in Italië, kwam in 2000 tot de volgende conclusie [10]: “Die slachtingen, die bommen, die militaire acties waren georganiseerd of bevorderd of gesteund door mannen binnen Italiaanse staatsinstellingen en, zoals meer recentelijk is ontdekt, door mannen die verbonden waren met de structuren van de Amerikaanse inlichtingendienst.”
De Amerikaanse nationale veiligheidsstaat was ook betrokken bij het toezicht houden op ratlines die fascisten uit Europa exfiltreerden en hen toestonden zich te vestigen in veilige havens over de hele wereld, in ruil voor het doen van het vuile werk. Het geval van Klaus Barbie is er maar één uit duizenden, maar het spreekt boekdelen over de interne werking van dit proces. Hij stond in Frankrijk bekend als ‘de slager van Lyon’ en was daar twee jaar lang hoofd van het Gestapo-kantoor, inclusief de periode waarin Himmler het bevel gaf om minstens 22.000 Joden uit Frankrijk te deporteren. Deze specialist in ‘verbeterde ondervragingstactieken’, bekend om het doodmartelen van de coördinator van het Franse verzet, Jean Moulin, organiseerde de eerste razzia van de Algemene Unie van Joden in Frankrijk in februari 1943 en de massamoord op 41 Joodse vluchtelingenkinderen in Izieu in april 1944. Voordat hij in Lyon aankwam, had hij wrede doodseskaders geleid, die volgens Alexander Cockburn en Jeffrey St. Clair meer dan een miljoen mensen hadden gedood aan het Oostfront [12]. Maar na de oorlog werkte de man die door dezelfde auteurs wordt beschreven als derde op de meest gezochte lijst van SS-criminelen, voor het Counter Intelligence Corps (CIC) van het Amerikaanse leger. Hij werd ingehuurd om de achtergebleven legers te helpen opbouwen door andere Nazi’s te rekruteren en om Franse inlichtingendiensten te bespioneren in de door Frankrijk en Amerika gecontroleerde gebieden in Duitsland.
Toen Frankrijk hoorde wat er aan de hand was en Barbie’s uitlevering eiste, weigerde John McCloy, de Amerikaanse Hoge Commissaris van Duitsland, dit met het argument dat de beschuldigingen gebaseerd waren op geruchten. Toch bleek het uiteindelijk symbolisch te duur om een slager als Barbie in Europa te houden, dus werd hij in 1951 naar Latijns-Amerika gestuurd, waar hij zijn illustere carrière kon voortzetten. Hij vestigde zich in Bolivia en werkte voor de veiligheidstroepen van de militaire dictatuur van generaal René Barrientos en voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en de contrasurgency-vleugel van het Boliviaanse leger onder de dictatuur van Hugo Banzer, voordat hij actief deelnam aan de cocaïnecoup in 1980 en directeur van de veiligheidstroepen werd onder generaal Meza. Gedurende zijn hele carrière onderhield hij nauwe banden met zijn redders in de Amerikaanse nationale veiligheidsstaat en speelde hij een centrale rol in Operatie Condor, het anti-oproerproject dat Latijns-Amerikaanse dictaturen samenbracht, met de steun van de Verenigde Staten, om elke poging tot egalitaire opstand van onderaf met geweld neer te slaan. Hij hielp ook bij de ontwikkeling van het drugsimperium in Bolivia en organiseerde bendes narco-handelaren die hij Los novios de la muerte noemde, met uniformen die leken op die van de SS. Hij reisde vrij rond in de jaren 1960 en 1970, bezocht de VS minstens zeven keer en speelde waarschijnlijk een rol in de klopjacht die door het agentschap werd georganiseerd om Ernesto “Che” Guevara te vermoorden.
Hetzelfde basispatroon van het integreren van fascisten in de wereldwijde oorlog tegen het communisme is het makkelijkst te herkennen in Japan, wiens regeringssysteem voor en tijdens de oorlog door Herbert P. Bix is beschreven als “keizer-fascisme”. Tessa Morris-Suzuki heeft op overtuigende wijze [13] de continuïteit van inlichtingendiensten aangetoond door in detail te beschrijven hoe de Amerikaanse National Security State toezicht hield op de KATO organisatie en deze beheerde. Dit particuliere inlichtingennetwerk, dat veel leek op de Gehlen organisatie, was gevuld met voormalige vooraanstaande leden van de militaire en inlichtingendiensten, waaronder de chef van de inlichtingendienst van het keizerlijke leger (Arisue Seizō), die met zijn Amerikaanse handler (Charles Willoughby) een diepe bewondering voor Mussolini deelde. De Amerikaanse bezettingstroepen onderhielden ook nauwe relaties met hoge functionarissen van de Japanse burgerlijke inlichtingendienst in oorlogstijd (vooral Ogata Taketora). Deze opmerkelijke continuïteit tussen het vooroorlogse en naoorlogse Japan heeft Morris-Suzuki en andere wetenschappers ertoe gebracht om de Japanse geschiedenis in kaart te brengen in termen van een transoorlogs regime, dat wil zeggen een regime dat doorliep van voor de oorlog tot na de oorlog. Dit concept stelt ons ook in staat om te begrijpen wat er boven de grond gebeurde in het rijk van de zichtbare regering. Om het kort te houden, volstaat het om het opmerkelijke geval aan te halen van de man die bekend staat als de “Duivel van Shōwa” vanwege zijn wrede heerschappij over Mantsjoekoe (de Japanse kolonie in Noordoost-China): Nobusuke Kishi. Kishi, een groot bewonderaar van Nazi-Duitsland, werd in 1941 door premier Hideki Tojo benoemd tot minister van Munitie om Japan voor te bereiden op een totale oorlog tegen de VS en hij was degene die de officiële oorlogsverklaring tegen Amerika ondertekende. Na het uitzitten van een korte gevangenisstraf als oorlogsmisdadiger in het naoorlogse tijdperk, werd hij gerehabiliteerd door de CIA, samen met zijn celmaatje, de spil van de georganiseerde misdaad Yoshio Kodama. Kishi, met de steun en royale financiële steun van zijn handlangers, nam de Liberale Partij over, maakte er een rechtse club van voormalige leiders van het keizerlijke Japan van en klom op tot premier. “Het [CIA] geld stroomde minstens vijftien jaar lang, onder vier Amerikaanse presidenten,” schrijft Tim Wiener, [14] “en het hielp het eenpartijstelsel in Japan te consolideren voor de rest van de koude oorlog.”
De Amerikaanse nationale veiligheidsdiensten hebben ook een wereldwijd onderwijsnetwerk opgezet om pro-kapitalistische strijders te trainen – soms onder leiding van ervaren Nazi’s en fascisten – in de beproefde technieken van onderdrukking, marteling en destabilisatie, evenals propaganda en psychologische oorlogvoering. De beroemde School of the Americas [15] werd opgericht in 1946 met het expliciete doel om wereldwijd een nieuwe generatie anticommunistische strijders op te leiden. Volgens sommigen heeft deze school de eer het grootste aantal dictators in de wereldgeschiedenis te hebben opgeleid. Hoe dan ook, de school maakt deel uit van een veel groter institutioneel netwerk. Het is bijvoorbeeld de moeite waard om de educatieve bijdragen van het Public Safety Program te noemen: “Gedurende ongeveer vijfentwintig jaar,” schrijft voormalig CIA officier John Stockwell [16], “trainde en organiseerde de CIA, […] politie en paramilitaire officieren van over de hele wereld in technieken van bevolkingscontrole, onderdrukking en marteling. Er werden scholen opgericht in de Verenigde Staten, Panama en Azië, waar tienduizenden van afstudeerden. In sommige gevallen werden voormalige Nazi-officieren uit Hitlers Derde Rijk gebruikt als instructeurs.”
Fascisme gaat wereldwijd onder een liberale dekmantel
Het Amerikaanse imperium heeft dus een centrale rol gespeeld in de opbouw van een fascistische internationale door rechtse militanten te beschermen en ze in te zetten in de Derde Wereldoorlog tegen het ‘communisme’, een rekbaar etiket dat werd opgeplakt aan elke politieke oriëntatie die in conflict kwam met de belangen van de kapitalistische heersende klasse. Deze internationale uitbreiding van fascistische regimes heeft geleid tot een wildgroei van concentratiekampen, terroristische en martelcampagnes, vuile oorlogen, dictatoriale regimes, burgerwachten en georganiseerde misdaadnetwerken over de hele wereld. De voorbeelden zouden tot in het oneindige kunnen worden opgesomd, maar ik zal ze in het belang van de ruimte inkorten en me simpelweg beroepen op de getuigenis van Victor Marchetti [17], die een hoge CIA functionaris was van 1955 tot 1969: “We steunden elke halfbakken dictator, militaire junta, oligarchie die er bestond in de Derde Wereld, zolang ze maar beloofden om op de een of andere manier de status quo te handhaven, wat natuurlijk gunstig zou zijn voor de Amerikaanse geopolitieke belangen, militaire belangen, grote zakelijke belangen en andere speciale belangen.”
De staat van dienst van het Amerikaanse buitenlandse beleid sinds de Tweede Wereldoorlog is waarschijnlijk de beste maatstaf voor de unieke bijdrage van de VS aan de internationalisering van het fascisme. Onder het vaandel van democratie en vrijheid hebben de Verenigde Staten, volgens William Blum [18]:
- Geprobeerd meer dan 50 buitenlandse regeringen omver te werpen.
- Zich op grove wijze bemoeid met democratische verkiezingen in minstens 30 landen.
- Pogingen gedaan om meer dan 50 buitenlandse leiders te vermoorden.
- Bommen gegooid op de bevolking van meer dan 30 landen.
- Pogingen gedaan om een populistische of nationalistische beweging te onderdrukken in 20 landen.
De Associatie voor Verantwoordelijk Afscheiden (Association for Responsible Dissent), samengesteld uit 14 voormalige CIA-officieren, berekende [19] dat hun agentschap verantwoordelijk was voor het doden van minimaal 6 miljoen mensen in 3.000 grote operaties en 10.000 kleinere operaties tussen 1947 en 1987. Dit zijn directe moorden, dus de cijfers houden geen rekening met vroegtijdige sterfgevallen onder het fascistisch gesteunde kapitalistische wereldsysteem als gevolg van massale opsluiting, marteling, ondervoeding, gebrek aan drinkbaar water, uitbuiting, onderdrukking, sociale degradatie, ecologische ziekten of geneesbare ziekten (in 2017 stierven volgens de V.N. [20] 6,3 miljoen kinderen en jonge adolescenten aan vermijdbare oorzaken die verband houden met de sociaaleconomische en ecologische ongelijkheden van het Capitaloceen, wat neerkomt op één kind dat elke 5 seconden sterft).
Om zichzelf te vestigen als de wereldwijde militaire hegemonie en internationale waakhond van het kapitalisme, hebben de Amerikaanse regering en de Nationale Veiligheidsstaat vertrouwd op de hulp van het aanzienlijke aantal nazi’s en fascisten die ze in hun wereldwijde netwerk van onderdrukking hebben geïntegreerd, inclusief de 1600 nazi’s die de VS zijn binnengebracht via Operatie Paperclip, de ongeveer 4000 die zijn geïntegreerd in de Gehlen-organisatie, de tientallen of zelfs honderdduizenden die zijn gereïntegreerd in de ‘naoorlogse’ – of liever gezegd ’transoorlogse’ – regimes in fascistische landen. via Operatie Paperclip, de ongeveer 4.000 die geïntegreerd werden in de Gehlen organisatie, de tienduizenden of zelfs honderdduizenden die opnieuw geïntegreerd werden in de ‘naoorlogse’ – of liever transoorlogse – regimes in fascistische landen, het grote aantal dat vrije doorgang kreeg naar de achtertuin van het Empire – Latijns Amerika en elders, evenals de duizenden of tienduizenden die geïntegreerd werden in de geheime achterblijverslegers van de NAVO. Dit wereldwijde netwerk van doorgewinterde anticommunistische moordenaars werd ook gebruikt om legers terroristen over de hele wereld te trainen om deel te nemen aan vuile oorlogen, staatsgrepen, destabilisatiepogingen, sabotage en terreurcampagnes.
Dit is allemaal gebeurd onder de dekmantel van een liberale democratie en met de hulp van haar machtige cultuurindustrie. De echte erfenis van WO II is niet die van een liberale wereldorde die het fascisme had verslagen, maar die van een echte fascistische internationale die onder liberale dekmantel is ontwikkeld om te proberen diegenen te vernietigen die de oorlog tegen het fascisme hadden gevochten en gewonnen: de communisten.
Bron: GABRIEL ROCKHILL / https://www.counterpunch.org/2020/10/16/the-u-s-did-not-defeat-fascism-in-wwii-it-discretely-internationalized-it/
Gabriel Rockhill is een Frans-Amerikaans filosoof, cultuurcriticus en activist. Hij is de oprichter van de Critical Theory Workshop [21] en hoogleraar filosofie aan de universiteit van Villanova. Zijn boeken zijn onder andere Tegengeschiedenis van het heden: Untimely Interrogations into Globalization, Technology, Democracy [22], Interventions in Contemporary Thought: History, Politics, Aesthetics [23], Radical History & the Politics of Art [24] en Logique de l’histoire [25]. Naast zijn wetenschappelijk werk is hij actief betrokken bij extra-academische activiteiten in de kunst- en activistenwereld en levert hij regelmatig bijdragen aan het publieke intellectuele debat. Volg hem op twitter: @GabrielRockhill
Verwijzingen:
Categorie: Geopolitiek
Tags: Nazi’s, 2e WO, NAVO, CIA,
Beheerder Vincent W Schoers
Copyright © 2021 door zorgdatjenietslaapt.nl. Toestemming tot gehele of gedeeltelijke herdruk wordt graag verleend, mits volledige creditering en een directe link worden gegeven.
Mijn lichaam is geen eigendom van de staat. Ik heb de uitsluitende en exclusieve autonomie over mijn lichaam en geen enkele politicus, ambtenaar of arts heeft het wettelijke of morele recht om mij te dwingen een niet-gelicentieerd, experimenteel vaccin of enige andere medische behandeling of procedure te laten ondergaan zonder mijn specifieke en geïnformeerde toestemming. De beslissing is aan mij en aan mij alleen en ik zal mij niet onderwerpen aan chantage door de overheid of emotionele manipulatie door de media, of zogenaamde celebratie influencers.
Alles hier gepubliceerd reflecteert de mening, ziens-, denkwijze van de gene die het plaatst
Geef een reactie